Moeilijke gesprekken
Hoe vaak heb je een moeilijk gesprek of andere interactie met anderen? Zo’n interactie waarna je je doodmoe voelt, alsof alle energie uit je is gestroomd? Waaraan je een rotgevoel overhield? Soms was je intentie heel positief en eindigde het in een heel verwarrend en een lastig gesprek. Vaak vraag je je af hoe het nu komt dat je “hierin verzeild raakte”.
In relaties, op het werk en in vriendschappen komen dit soort gesprekken dagelijks voor.
Wanneer je je bewust wordt van de rol die je inneemt in een gesprek en waarom je dat doet, dan kun je effectiever worden in je communicatie.
Waarom doen we dat?
Je zou toch zeggen dat niemand bewust een gesprek ingaat om er moe en met een rotgevoel uit te komen? Toch overkomt het je vaak, is het niet?
Het klopt dat bijna niemand bewust een gesprek zo ingaat. Het is ook de kern van dit soort gesprekken; ze vinden plaats met onbewuste drijfveren.
In een eerder artikel beschreef ik het scriptproces. Daarin vermeldde ik dat je om tijd te structureren 5 gradaties hebt van intensiteit waarin je in een interactie bent. De eerste 4 gaat je waarschijnlijk makkelijk af, maar als het aankomt op het opzoeken van werkelijke intimiteit wordt het ingewikkeld. Vaak heb je dan, door jouw overtuigingen over jezelf in de wereld waarin je leeft, de neiging om de intimiteit te vermijden. Intimiteit voelt kwetsbaar, en vaak heb je de neiging om jezelf daartegen te beschermen.
Daardoor ga je onbewust spellen spelen, zodat je uiteindelijk jouw scriptovertuigingen onbewust bevestigt.
Dramadriehoek
Zo’n 50 jaar geleden bedacht Stephen Karpman een model om deze dynamiek tussen mensen visueel te maken en hij noemde dat de dramadriehoek.
Hij stelt dat je in een spel altijd een van drie rollen op je neemt:
Aanklager: wanneer je in deze rol zit, vindt je anderen minderwaardig en niet OK. Je wil de ander raken en je hebt geen respect voor de ander. Je klaagt over de ander en vindt dat die het allemaal verkeerd doet.
Redder: dit is superman, die niet vertrouwt op de mogelijkheden van de ander en de ander helpt; of die nu wil of niet. Wanneer je in deze rol zit, dan geloof je niet dat de ander zelf kan nadenken en handelen en je helpt de ander omdat jij je daardoor beter voelt.
Slachtoffer: Je denkt niet dat je zelf in staat bent om iets op te lossen. Je vindt jezelf minderwaardig. Je zoekt daarom een Redder of Aanklager om jou de aandacht te geven die je zoekt.
Wanneer je dit bekijkt vanuit het concept van “Vensters op de wereld“, dan ziet dat er zo uit:
Aanklager: vind zichzelf OK en de ander niet OK: IOKJNOK
Redder: vind zichzelf OK en de ander niet OK: IOKJNOK
Slachtoffer: vindt zichzelf niet OK en de ander OK: INOKJOK
De dramadriehoek van Karpman ziet er als volgt uit:
De pijlen geven het spelelement aan. Je zit in een spel waarbij iemand vanuit één van de drie rollen het spel start. Vervolgens verander je door de interactie telkens van rol. Zo’n spel kan enkele minuten of soms wel maanden of jaren duren, afhankelijk van de intensiteit. Sommige spelen zijn zo heftig, dat ze al snel belanden in het ziekenhuis, de gevangenis of het mortuarium. De meeste spelen blijven in intensiteit beperkt tot milde (doch niet minder slopende) interacties. Het drama in de driehoek zit hem er in, dat het resultaat van deze spelen, altijd negatief zijn. Niemand wordt er beter van en het bevestigt negatieve overtuigingen over jezelf en de wereld waarin jij leeft.
Voorbeeld rollen in dramadriehoek
Een padvinder ziet verderop een oud vrouwtje wat weifelend staan bij een zebrapad. De koene padvinder rept zich naar het vrouwtje, grijpt haar arm en meldt haar: “kom maar, dametje, ik zal je wel even naar de overkant helpen”. (Redder)
Het dametje moppert, stribbelt ietwat tegen, maar laat zich toch naar de overkant helpen. (Slachtoffer)
Eenmaal aan de overkant beland, kijkt de padvinder het vrouwtje triomfantelijk aan en spreekt haar minzaam toe: “zo, ik heb U fijn aan de overkant gebracht, wat vindt u daar nu van?!” (Redder)
Het vrouwtje wordt boos, slaat de padvinder enkele malen met haar paraplu en roept hem toe: “Maar ik wilde helemaal niet naar de overkant!” (Aanklager)
De padvinder krimpt in elkaar en druipt af, schouders gebogen, hoofd tussen zijn schouders, denkend: “zie je wel, ik word nooit gewaardeerd!” (Slachtoffer)
Doordat de padvinder niet controleerde of de oude dame wel geholpen wilde worden, werd hij een Redder. De dame liet zich meeslepen, wellicht denkende dat ze hem toch niet kon tegenhouden en zat in een Slachtofferrol. Vervolgens kwam de switch en werd ze Aanklager toen hij zijn Redderrol wilde bevestigd zien met een mooi compliment van de dame. Hij voelde zich daarna Slachtoffer. Voor zowel de dame als de padvinder is deze interactie een bevestiging van hun overtuigingen.
Je hebt altijd een favoriete rol in de Dramadriehoek: een positie die je van nature als eerste kiest. Welke is dat bij jou?
Hoe kom je uit de dramadriehoek met compassie?
Nu je weet dat je regelmatig in dit soort gesprekken verzeild geraakt bent is de vraag: hoe zorg je nou dat je uit zo’n interactie komt, als je eenmaal weet dat het niet effectief is wat je doet?
Wanneer je je bewust wordt dat je in een spel zit, dan stop je het meestal vanzelf. Een handig hulpmiddel om je te helpen je spel te analyseren en op een goede wijze om te draaien naar een positief resultaat is: de compassiedriehoek.
10% regel
Wanneer je zojuist in een situatie zat met spelmatigheden en je wellicht alledrie de rollen van de dramadriehoek hebt gespeeld, kun je met de ander het volgende doen.
Je start met te beseffen dat altijd in ieder geval 10% van wat de ander zei of deed gebeurt vanuit een positieve gedachte.
Onthoudt het volgende:
- 10% van de interactie gebeurt altijd met een positieve intentie in elke rol
- 10% (minstens) van elk idee dat is uitgesproken bevat waarheid.
- 10% van de populatie op de wereld zou op dezelfde wijze reageren.
- 10% van wat je zegt, klopt sowieso niet!
Compassiedriehoek
Om uit de dramadriehoek te komen, is het nodig om de waarheid in elk van de drie rollen te erkennen naar de ander toe. Per rol bespreek je wat je merkte in jezelf aan positieve drive en wat je voor positieve drive zag bij de ander. Je kunt ze letterlijk bespreken.
Voorbeeld compassiedriehoek
Wanneer we het voorbeeld van de padvinder en de dame nemen, zouden deze met elkaar in gesprek kunnen over wat er nu eigenlijk gebeurde:
De padvinder zou het volgende kunnen zeggen:
Vanuit Aanklager: Ik sprak U aan en zei U dat ik U graag naar de overkant hielp. U ging met mij mee en zei niet tegen mij dat U niet naar de overkant wilde. Ik merkte dat ik daardoor het idee had dat ik het juiste deed.
Vanuit Redder: Ik zag U weifelend staan bij een zebrapad. Ik concludeerde dat ik u wellicht kon helpen. Ik wilde u graag helpen omdat u er zo verloren uit zag.
Vanuit slachtoffer: Toen u zo boos werd, voelde ik me erg verloren. Ik wilde u helpen en ik had niet in de gaten dat U eigenlijk niet wilde oversteken.
Wanneer beide gesprekspartners zo verantwoordelijkheid nemen voor de ineffectiviteit in de interactie, de waarheid in de gebeurtenis erkennen en waardering geven voor wat er gebeurde en tenslotte sympathie uitspreken voor het stuk positieve intentie die er in zat, is men direct uit de dramadriehoek.
Dat is de wijze om van DRAMA naar COMPASSIE te gaan! Succes!
Maarten Kouwenhoven zegt
Mooi voorbeeld Patrick. Je schrijft dat je uit de dramadriehoek in de compassiedriehoek komt door de waarheid of de drive van alle drie de rollen te benoemen.
Maar, wat is waarheid?
Uit je voorbeeld begrijp ik dat het om de gevolgde waarde gaat van de R, de A en het Sl.
Door die te benoemen laat je de ander in zijn waarde. De R, A, Sl gaan er alleen te ver in door en daardoor schenden ze een waarde van de ander.
De vraag is dan:
welke waarde volgt de Redder: bijv hulpvaardigheid. Teveel hulpvaardigheid schendt bij de ander zelfstandigheid, enz…
Maar, als iemand nu echt iets fout gedaan heeft, kom je er dan met de compassiedriehoek uit?
Even proberen: iemand heeft geld van mij gestolen, of iemand heeft een deuk in mijn auto gereden…..compassie?
Patrick Odendaal zegt
Interessante gedachte, Maarten. Er zit vast een grens aan deze manier van denken. De gedachte van Stephen is dan dat alles wat de ander zegt (of doet) is voor minimaal 10% waar. Wat is dan de vergoelijking voor het stelen? Welke waarde zit daar achter?
Als je de dief met compassie behandelt, dan kun je hem vragen naar zijn redenen voor het stelen en daar kun je hem vervolgens mogelijk bij steunen.
overigens denk ik dat veel van de concepten waar we dagelijks mee werken in de regel goed werken, maar in extremen kan het mogelijk net even niet goed matchen. 🙂
Maarten Kouwenhoven zegt
Grappig je snelle antwoord nadat ik na 3 jaar pas op je blog reageer.
Nou zei de dief; ik steel omdat ik een nieuwe fiets wilde hebben en niet genoeg geld had.
Of: ik ging met mijn buurvrouw naar bed omdat ik dat wel prettig vond.
Dat zijn dus Kind argumenten. De compassiedriehoek zijn Ouder argumenten. Maar die zijn er dan niet.
Volgens mij kom je pas in de compassiedriehoek als je eerst de door jou als R, A of Sl aangerichte schade herstelt.
Dat zou dan als volgt gaan:
je zit in de dramadriehoek (Kind = contact): you never walk alone in de dramadriehoek (Lee Tauwers?)
dan ga je naar de winnaarsdriehoek (Volwassene) met vraag/ grens/ aanbod = contract
en als je dan een overeenstemming hebt bereikt (contact naar contract).dan pas is er sprake van een
compassiedriehoek met loutering en vreugde voor iedereen. Resultaat is dan commitment.
De compassiedriehoek is dan Ouder.
Patrick Odendaal zegt
Mooi, dank je wel, Maarten voor je antwoord en jouw meedenken!
Bouke van der Veen zegt
Erg boeiend wat jullie bespreken. Maakt het in deze situaties uit of iemand iets echt opzettelijk doet zoals stelen of dat het per ongeluk gaat zoals die deuk in die auto?
Patrick Odendaal zegt
Hoi Bouke!! In het algemeen hierover schrijven betekent waarschijnlijk dat je per definitie de plank misslaat, omdat iedere situatie uniek is. Desondanks gaat het er in de analyse om, dat gedrag dat past binnen het framework van de Dramadriehoek, per definitie onbewust is.
Wanneer een dief, met raadpleging van al zijn egotoestanden besluit tot diefstal, dan is er mogelijk geen Dramadriehoek. Vraag is of dat mogelijk is: is
het niet per definitie zo, dat je de Structurerende Ouder in ieder geval deels mist of er niet naar luistert, wanneer je diefstallen pleegt?
Bouke van der Veen zegt
Hoi Patrick, strook voor je snelle reactie, ik was positief verrast 🙂 Ik ga nadenken over je antwoord.
Patrick Odendaal zegt
😀