Als je zo dagelijks door het leven huppelt, laat je aan andere mensen bepaalde aspecten van jouw innerlijke wereld zien. Via jouw gedrag komt iets naar buiten over jouw overtuigingen en hoe je daarover voelt. Dat is een gegeven. En hoe handig zou het zijn, wanneer je daar een constructieve invloed op kunt uitoefenen? Daarvoor is bewustzijn nuttig. In dit artikel neem ik je mee in mijn gedachtegang hierover!
Instellingsruit
De instellingsruit gaat over jouw gedrag en daaronder liggen je overtuigingen en je gevoelens.
Deze ruit heeft in het midden het gedrag staan. Daarboven je overtuigingen en onderin je gevoel. Je gedrag is wat anderen van je zien, daarom staat die in het midden. Je gedrag wordt beïnvloed door jouw gevoel en dat wordt met name gevoed door jouw overtuigingen.
In dit artikel maak ik gebruik van de taal rondom Ik ben OK en jij bent OK.
Als je mijn artikel daarover nog niet gelezen hebt: dat helpt je voor een goed begrip van dít artikel! 🙂
Overtuiging
Jouw basisovertuiging bepaalt in hoeverre je anderen en jezelf OK vindt. Het is jouw antwoord op de vraag: wie ben ik in een wereld als dit, met deze mensen om mij heen. Je overtuiging speelt zich met name af in jouw binnenwereld, maar is via jouw gedrag zichtbaar voor de buitenwereld.
Wanneer je meer wilt weten over hoe jij jouw overtuigingen zelf bedenkt, lees dan deze artikelen: Scriptproces en Drivers en stoppers.
Gedrag
Wat je laat zien aan de buitenwereld, als je zo druk aan het huppelen bent, is jouw gedrag.
Een voorbeeld van gedrag is de ouderwetse manager die je soms nog tegenkomt; de slavendrijver. Die toont het volgende gedrag: Ik ben OK en Jij bent Niet OK.
Het kan best zijn dat zijn overtuiging anders is, maar hij laat gedrag zien dat doet voorkomen dat hij vindt dat anderen niet OK zijn en hij wel.
Het is dus belangrijk te constateren dat wat je iemand ziet doen, niet altijd hoeft te betekenen dat die persoon ook zo is. Zijn overtuigingen kunnen we niet zien tenslotte!
Gevoel
Al huppelend door jouw leven laat je jouw gevoel niet altijd zien. Soms doe je het één, maar voel je het ander. Je verstopt dan jouw gevoel. Jouw gevoel kan een weerspiegeling zijn van jouw overtuigingen.
Er zijn 3 minder effectieve overtuigingen, en daarbij horen typerende gevoelens:
- Ik ben OK en Jij bent Niet OK: eigengereid, zelfvoldaan, triomfantelijk
- Ik ben Niet OK en jij bent OK: gêne, schaamte, schuldgevoel
- Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK: wanhoop, hopeloos, ongeliefd
Als je dit soort gevoelens hebt, die ontstaan uit jouw overtuigingen, dan kan het zijn dat je geneigd bent om oprechte gevoelens als blijdschap, verdriet, angst en woede te onderdrukken. Je kunt ze tijdelijk niet of moeilijk bereiken als je voelt vanuit die overtuigingen. De sleutel is op zoek te gaan naar meer autonomie. Daarover verderop meer!
6 veelvoorkomende instellingsruiten
Vanuit de gedachten omtrent de instellingsruit zijn er 27 combinaties te maken. Je verkeert niet altijd in één specifieke ruit. Vaak zit je het ene moment in het ene, terwijl je het volgende moment in het andere zit. Of nog beter; dat je het volgende moment de wereld vanuit autonomie bekijkt!
Het lijkt er op dat we geneigd zijn om één van de niet-constructieve overtuigingen maar éénmalig te gebruiken in een instellingsruit. Er zijn daarom 6 veelvoorkomende instellingsruiten:
De martelaar
Overtuiging: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
Gedrag: Ik ben Niet OK en jij bent OK
Gevoelens: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
De martelaar offert zich op om naar anderen te luisteren en geeft hen advies over hoe ze hun leven op orde kunnen krijgen. De overtuiging van de martelaar is dat hij het beter weet over mensen en relaties.
Zijn gedrag lijkt behulpzaam, ondanks de plannen die hij zelf eventueel heeft.
Het gevoel van de martelaar is wanhopig, omdat hij voor de zoveelste keer merkt dat hij de vaardigheid mist en de anderen de wilskracht om te veranderen.
De klager
Overtuiging: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
Gedrag: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
Gevoelens: Ik ben Niet OK en jij bent OK
De klager gelooft dat hij het beter weet, alleen voelt hij zich incapabel. Daarom gedraagt hij zich wellicht alsof hij niet verwacht dat anderen naar hem luisteren. Vermoedelijk moppert hij over de domheid van mensen die de voor de hand liggende oplossing lijken te negeren.
De bullebak
Overtuiging: Ik ben Niet OK en jij bent OK
Gedrag: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
Gevoelens: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
Hier heb je de bekende bullebak. In zijn overtuiging denkt hij dat hij minder capabel is dan anderen en hij voelt zich wanhopig. Dit camoufleert hij door zich als betweter te gedragen en anderen te vertellen hoe het moet. Bij een uitdaging versterkt hij dit gedrag nog verder en wordt hij onredelijk. Uit angst dat zijn zwakte wordt blootgelegd, bouwt hij hoge muren om zich heen.
Het slachtoffer
Overtuiging: Ik ben Niet OK en jij bent OK
Gedrag: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
Gevoelens: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
Het slachtoffer doet gekrenkt en alsof hij niet te helpen is. Hij straalt slachtoffergedrag uit en laat merken dat anderen zo ongevoelig zijn dat ze ons niet kunnen helpen. In zijn overtuiging gelooft hij dat hij minder competent of intelligent is dan anderen, maar met een rijker gevoelsleven. Daarom vindt hij dat zijn eigen emotionele behoeften belangrijker zijn dan die van anderen.
De weldoener
Overtuiging: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
Gedrag: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
Gevoelens: Ik ben Niet OK en jij bent OK
Volgens de overtuiging van de weldoener weet niemand waar hij mee bezig is. De wereld gaat ten onder. Gevoelens van anderen zijn belangrijker dan die van hem en daarom probeert hij om die anderen voor zichzelf te beschermen. De weldoener vertelt iedereen hoe die zijn leven kan beteren. Delegeren gaat hem slecht af, omdat hij mensen wil behoeden voor hun eigen incompetentie.
De zwartkijker
Overtuiging: Ik ben Niet Ok en jij bent Niet OK
Gedrag: Ik ben Niet OK en jij bent OK
Gevoelens: Ik ben OK en Jij bent Niet OK
De zwartkijker gelooft dat niemand werkelijk competent is. Toch moet hij iets met zijn gevoelens die hij belangrijker vindt dan die van anderen. Hij loopt met zijn gevoelens te koop en zegt er bij dat hij er niets aan kan doen dat hij voelt wat hij voelt. De zwartkijker leunt op anderen en verwacht van hen dat zij voor hem zorgen. Onder de oppervlakte vertrouwt hij er niet op dat zij meer zouden bereiken dan hijzelf.
Autonomie
Tegenover de vertroebelende blik van één van deze instellingsruiten, staat autonomie. Als je de wereld bekijkt vanuit Ik ben OK en Jij bent OK, ben je voorbij de niet-constructieve wereld van de instellingsruiten.
Dan ben je autonoom handelend.
Je overtuigingen, gedragingen en gevoelens zijn conform de situatie waarin jij je bevindt. Je kunt het onderscheid maken tussen gedrag van de persoon en de persoon zelf. Je zult vertrouwen en respect uitstralen. Gevoelens die je toont zijn oprecht en kloppen met de situatie.
Autonomie kent 3 aspecten:
- Bewustzijn: je bent in het hier en nu. Beseffend wie je bent en wat je voelt. Je kent je overtuigingen.
- Alternatieven: je kunt bewust diverse houdingen aannemen in gedrag en gevoelens en kiezen hoe je reageert.
- Authenticiteit: je legt werkelijk contact met mensen op een open en eerlijke wijze. Je nodigt uit tot wederzijds vertrouwen, respect en zorgzaamheid.
Jouw instellingsruit?
Welk instellingsruit past het beste bij jou? Je kunt jezelf verder ontwikkelen door je eigen instellingsruit te tekenen en in te vullen. Het bewustzijn dat je hiermee op doet, kun je gebruiken om situaties steeds eerder te herkennen en voor jezelf en je omgeving effectiever gedrag te kiezen. Dit is hoe je jouw instellingsruit invult:
Teken om te beginnen een ruit met de 3 niveau’s (zie het voorbeeld hiernaast) zo groot mogelijk op een A4 papier.
Vul deze met de details die typerend zijn voor jou:
- Overtuigingen: vul hier in welke overtuigingen over jouzelf en de wereld om je heen je herkent. Bijvoorbeeld: Ik ben pas OK als ik …. of ik moet alles perfect goed hebben.
- Gedrag: vul hier in het gedrag dat je vaak vertoont. Jouw rode draad in je doen en laten zeg maar.
Bijvoorbeeld: in groepen ga ik vaak alleen in een hoekje staan. Of; in een gesprek wil ik altijd de boventoon voeren. - Gevoel: vul hier in de gevoelens die je vaak ondergaat.
De vragen hieronder kunnen je helpen om je te richten op bepaalde kwesties als je niet tevreden bent met het resultaat. Bij het beantwoorden kun je een bepaald persoon in gedachten nemen, dat helpt je misschien in het richten van je vragen.
Vragen om jouw instellingsruit te bepalen:
Overtuigingen:
1a. welke opvallende problemen komen voort uit mijn overtuigingen over mezelf en anderen?
1b. Wat gaat er fout als ik vaker zou geloven dat ik OK ben en anderen ook?
1c. Hoe kan ik mezelf bewegen naar Ik ben OK en jij bent OK?
Gedrag:
2a. Welke gedragsuitingen van mezelf zorgen voor onprettige interacties met anderen?
2b. Welke negatieve consequenties zou ik hebben als ik in mijn gedrag een Ik ben OK en jij bent OK stijl zou tonen?
2c. Welke mogelijkheden heb ik om Ik ben OK en jij bent OK gedrag te laten zien?
2d. Bij wie heb ik de grootste kans op een succesvolle uitkomst?
Gevoelens:
3a. Welke emoties verberg ik of veronachtzaam ik?
3b. Waarom zou ik bang zijn om voor mijn oprechte gevoelens uit te komen?
3c. Wanneer kan ik effectief uiting geven aan mijn gevoelens?
3d. Wie is het meest geneigd constructief te reageren?
Nou? Welke instellingsruit herken jij bij jezelf het meest? Wat ga je met die kennis doen? Vertel het me in de reacties! Ik ben zeer benieuwd!
Wanneer je er niet uitkomt en hulp wilt, mail me dan gerust!
——
Bron: Julie Hay: we lossen het samen wel op
Geef een reactie